beroerd

beroerd
{{beroerd}}{{/term}}
〈bijvoeglijk naamwoord〉 patraque; 〈bijwoord〉 mal
voorbeelden:
1   een beroerde zaak une sale affaire
     het ging beroerd cela allait mal
     〈m.b.t. persoon〉 er beroerd uitzien avoir l'air mal en point
     zich beroerd voelen se sentir patraque
     beroerd van iets zijn être malade de qc.
     er beroerd aan toe zijn 〈in moeilijke situatie〉 être dans de mauvais draps; 〈lichamelijk〉 être à ramasser à la petite cuillère
¶   niet te beroerd zijn om iets te doen bien vouloir faire qc.
     te beroerd zijn om iets te doen ne même pas être capable de faire qc.

Deens-Russisch woordenboek. 2015.

Игры ⚽ Нужно решить контрольную?

Share the article and excerpts

Direct link
Do a right-click on the link above
and select “Copy Link”